Faalangst: Kind op de rem
Faalangst kan een kind totaal onverwacht op de rem zetten. Deze angst verlamt het kind of zorgt ervoor dat het obsessief bezig is met school. of hetgeen waarvoor ze angst hebben om te falen. In dat geval kan perfectionisme ontstaan.1
Faalangst op de basisschool

Het is dus ontzettend belangrijk om faalangst van je kind op de basisschool te voorkomen. Want iedere vertraging tijdens het schooljaar levert een kleine achterstand. En we weten dat vele kleintjes een grote maken. Met name als je kind al niet een goede basis heeft om op te bouwen heeft het voorkomen van faalangst een hoge prioriteit. 2
Faalangst - Kind op de rem
Hoe kun je voorkomen dat je kind faalangst krijgt?
In plaats van de focus te leggen op succes is het beter om je aandacht te richten op hoop voor succes. Niet dat je daarmee meteen een betere ontwikkeling voor je kind realiseert. Daar spelen immers meer factoren een rol. Het voordeel van deze focus-verlegging is dat het kind niet voelt dat er resultaten moeten worden geleverd. In plaats daarvan mag het hopen op resultaten na geleverde inzet naar kunnen. Meer kun je immers niet doen en of verlangen van jezelf.
Toetsen dragen ook vaak bij aan faalangst, en dan wordt het vaak angst voor toetsen genoemd. 3 Het kan handig zijn voor je kind om te begrijpen dat een toets maar een toets is en een cijfer maar een cijfer is en niets zegt over of hij slim of dom is of iets dergelijks of dat hij of zij een goed persoon is. Uiteindelijk kan intelligentie op meer manieren worden uitgedrukt dan in de cijfers die op school worden gegeven.
Voor ons is het belangrijker om samen met het kind een passende leerstrategie te ontwikkelen die het kind helpt op school beter te presteren. Zie ook onze blog "Niet iedereen leert op dezelfde manier".
Faalangst - Kind op de rem
Faalangst kind op de middelbare school
Faalangst op de middelbare school kan ook heel onhandig zijn. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat pubers die last hebben van faalangst zich hierdoor hulpeloos kunnen voelen en zichzelf ook gaan saboteren. 4 Dit onderzoek is in zowel Japan als Australië uitgevoerd. Zeker, qua cultuur andere landen dan Nederland. Maar wij kunnen ons voorstellen dat faalangst ook in Nederland bij pubers tot gevoelens van hulpeloosheid kan leiden
Volgens dit onderzoek kan dit gevoel van hulpeloosheid door faalangst worden voorkomen door het eindresultaat (cijfer) niet als doel te stellen. Beter is het om de weg naar dat eindresultaat als doel te zien. Dit betekent niet dat je niet blij mag worden van toch nog het krijgen van voldoendes of het winnen van wedstrijden. Dat mag natuurlijk altijd. Maar het betekent wel dat je huiswerk maken, lezen en oefenen ziet als succesmomenten.
Op die manier ga je je zelfwaardering niet koppelen aan cijfers, maar aan wat je doet. Veel handiger en veel minder eng. Wat je doet heeft veel minder invloed op de ontwikkeling van faalangst dan wat je wel of niet bereikt.
Behandeling van faalangst bij kinderen
Of je kind nu naar de basisschool gaat wanneer het voor het eerst last krijgt van faalangst of dat je kind al op de middelbare school zit, het is in beide gevallen belangrijk om hier iets aan te doen, zodat het geen patroon wordt in de rest van het leven van je kind.
Moment van falen zien als een kans
Een van de dingen die je kind kan helpen is om aan te geven dat een moment van falen ook te zien is als een kans.5
Je kunt na een slecht cijfer of na het verliezen van een wedstrijd bijvoorbeeld nagaan wat je voor de volgende toets anders kunt doen. Het is dus een kans om van fouten leren. Een van de meest effectieve leer methodes. Fouten zijn namelijk geen momenten van falen maar uitgesproken leermomenten en zijn dus helemaal niet erg!
Sociale steun van de ouders

Het is belangrijk dat je als ouder reageert op seintjes van onzekerheid bij je kind en je kind helpt om spanning weg te nemen. 6 Vaak is dan even lachen over iets of een korte ademhalingsoefening genoeg om je kind te laten ontspannen.
Ouders kunnen ook een belangrijke rol spelen om faalangst te verminderen. Bijvoorbeeld door uitstelgedrag bespreekbaar te maken en misschien wel te voorkomen. 7 Of door het kind telkens het gevoel te geven dat het iets kan.
Uit onderzoek blijkt dat ouders geen hulp bieden aan kinderen door antwoorden voor te zeggen. Beter is het om ze te helpen met de route naar het antwoord. Je geeft als het ware hints.
Daarnaast kun je als ouder positieve suggesties geven die gaan over de uit te voeren taak, zoals:
- “Je bent heel goed bezig met je wiskundehuiswerk.”
- “Wat een slimme manier om zo het antwoord te vinden.”
- "Daar was ik misschien zelf niet op gekomen."
- "Je wordt daar steeds beter in."
Straf je kind niet voor slecht resultaat
Als je kind last heeft van faalangst is een slecht resultaat vaak al straf genoeg. Door er zelf ook nog eens op te hameren hoe slecht het allemaal is en dat er dan nooit wat van hem/haar wordt, krijgt je kind misschien niet alleen last van faalangst, maar ook last van angst voor evaluaties.
Helemaal niet handig als je later ooit een evaluatiegesprek hebt.
Kinderpsychologie of kindercoaching tegen faalangst
Faalangst is vaak gebaseerd op overtuigingen over hoe het leven werkt en hoe je daarin hoort te functioneren. Die overtuigingen hebben ook veel invloed op gedachten en die gedachten kunnen een angst aanwakkeren of juist verminderen.
Afhankelijk van de ernst van de faalangst bij je kind kan een kindercoach of kinderpsycholoog je kind helpen. Bijvoorbeeld door tips te geven over hoe je positief kan denken over school, sporten, toetsen en dergelijke.
Super handig!
Bij ‘Hoofdmanager’ is er zowel een kinderpsycholoog als een kindercoach om jouw kind te helpen om minder last te hebben van faalangst. Dit kan bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie 8 of bepaalde coachingsvormen die je kind weerbaar en sterk maken. Je kind kan bijvoorbeeld cognitieve controle training krijgen of cognitieve gedragstraining.
Hierdoor kan het kind leren om controle te krijgen over zijn/haar gedachten. Dit kan helpen om negatieve gedachten die telkens terugkomen te verminderen. Zoals je ziet hebben we meerdere technieken tot onze beschikking en afhankelijk van je kind en je eigen relatie met je kind kunnen we besluiten welke techniek of behandeling het beste past.
Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.
Groetjes,
Anneke en Anne-Marieke.
Bronnen
1 https://link.springer.com/article/10.1007/s10942-007-0052-7
2 https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0361476X16300224
3 https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/01443410020019867
4 https://psycnet.apa.org/doiLanding?doi=10.1037%2Fa0032464
5 https://www.thelancet.com/journals/ebiom/article/PIIS2352-3964(20)30017-7/fulltext
6 https://psycnet.apa.org/record/1972-26959-001
7 https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3510145
8 https://link.springer.com/article/10.1007/s10608-020-10129-w